Geplaatst op:24-05-2013 Bijgewerkt op:24-05-2013 16:55 Debatavond binnenstad in MontfoortBron: Redactie RSM Aad van der VeenOp 23 mei vond in de St. Joseph het debat binnenstad plaats. Onder de deskundige leiding van Dhr. Ton Hendrickx werden een zestal stellingen besproken. De 73 aanwezigen waren bewoners, winkeliers en eigenaren van horecaondernemingen.
Het college van B&W nam niet deel aan de discussie, alleen wethouder Jonkers mocht vooraf even schetsen hoe het tijdspad er uitziet en wat de doelstellingen van deze avond zijn. Dat is het uitwerken van bestaande plannen, o.a. uit de visie binnenstad 2030 met het inzicht op nieuwe ontwikkelingen. De uitgewerkte plannen worden in dit najaar gepresenteerd en de gemeenteraad gaat het begin 2014 vaststellen. De uitvoering gebeurt dan gefaseerd van 2014 tot 2018.
Hierna werden door de Dhr. Hendrickx de zes stellingen gepresenteerd:1. Verkeer 2. Parkeren 3. Horeca 4. Toerisme 5.Commercie 6. Bestuur
De eerste stelling luidde: Bereikbaar als het moet en autovrij als het kan.
Dat gaf meteen aanleiding tot discussie, omdat het knelpunt de meningsverschillen tussen bewoners en winkeliers is. Eén suggestie was om de binnenstad autoluw te maken en de straat d.m.v. bloembakken meer aan te kleden. Conclusie: de binnenstad niet autovrij, maar geen doorgaand verkeer, alleen bestemmingsverkeer. Daarnaast zou je de bevoorrading van de winkels anders moeten organiseren. Een distributiecentrum aan de rand van de stad en alles afleveren met kleine auto’s, dus geen vrachtwagens meer.
De tweede stelling was: Elk parkeerprobleem is opgelost als de automobilist weet waar hij kan parkeren!
Hier ontstaat meteen het verschil in belangen tussen bewoners, winkeliers en horeca. Daarnaast dien je ook te kijken naar het woon – werk verkeer in de binnenstad. Conclusie: het woon – werkverkeer parkeert buiten de binnenstad en bewoners en bezoekers parkeren op de daarvoor aangewezen plaatsen. Tevens kwam de opmerking dat er dan wel gehandhaafd moet worden op de “blauwe zone” en dat er moet worden gekeken naar de routing, hoe kom je de binnenstad in en hoe ga je er weer uit.
Stelling drie was: Montfoort staat met de rug naar het water. “Terrassen Onder de Boompjes” moeten het tij keren!
De eerste opmerking die werd geplaatst was, dat je op die locatie eigenlijk aan de achterkant van de gebouwen zit en tevens geheel geen zon hebt. Maar als het verkeer wordt geweerd, is er zeker iets moois van te maken. Een andere mening was, dat het eigenlijk niet nodig is, er zijn voldoende andere terras mogelijkheden in de binnenstad, dus deze huidige mogelijkheden beter benutten. Er werd nog aandacht gevraagd voor fietsenrekken op die locatie en een ondernemer is voornemens om daar een poffertjeskraam neer te zetten. Conclusie: We willen bezoekers trekken, dus de beleving moet worden opgebouwd.
Na een korte pauze die al heel wat discussies losmaakte, kwam stelling vier:
Om de toeristische waarde te verhogen moeten we bezoekers beter (be)geleiden. Zowel digitaal als analoog. De plaatselijke uitbater, die veel mensen van buitenaf ontvangt, stelde dat hij meestal hele positieve en enthousiaste reacties ontvangt. “Montfoort, klein gezellig en pittoresk”. We onderschatten onze binnenstad aldus de spreker. Ook de stadsgids beaamde dat. Er zou meer promotie moeten komen, bijvoorbeeld door een App die de bezienswaardigheden zichtbaar maakt. (deze is reeds aangemaakt en is in de beginfase) ook werd er aandacht gevraagd voor historische gebouwen die in verval raken. Het college zou daar pro-actief op moeten inspelen, door met eigenaren in gesprek te gaan. Conclusie: Bewoners zijn de beste ambassadeurs van de stad en moeten dit communiceren met de buitenomgeving.
Stelling vijf: Winkelen wordt beleven. “Winkeliers moeten de handen ineenslaan om de beleving te verbeteren”.Dhr. Hendrickx stelde dat 96% van het winkelende publiek inwoner van Montfoort is. Daarbij is de saamhorigheid groot. Maar men moet wel herkennen en erkennen wat er allemaal is. Hierbij moet vooral worden gekeken naar het uitstallingbeleid. Dus het presenteren van artikelen prima, maar geen containers en overige zaken die niet in het straatbeeld passen. Tevens werd gesteld dat er geen detailhandel op het industrieterrein moet zijn, deze hoort in de binnenstad. Conclusie: Montfoort is vooruitgegaan, maar er mag best meer reuring zijn, vooral op zaterdag. De gemeente dient daar dan wel op in te spelen en de stroeve besluitvorming moet sneller.
Hierna kwamen we aan bij de laatste stelling, nummer zes: Concrete plannen werken alleen als er ook budget is. Geld volgt goede ideeën of omgekeerd?
Volgens de spreker namens Montforum zijn concrete plannen met weinig geld te realiseren. Naar zijn mening legt de visie Binnenstad 2030 te veel kaders vast en dit mag niet belemmerend werken. Het moet worden getoetst aan nieuwe plannen. Wel is het zo dat de ruimte begrensd is, maar er zijn wel degelijk mogelijkheden zoals bijvoorbeeld Europesche subsidies. Als slotopmerking werd nog meegegeven aan het college, dat er kritisch moet worden gekeken naar de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals de bestrating die efficiënter moet.
Hiermee werd de avond afgesloten, alle deelnemers worden via hun mailadres op de hoogte gehouden over de voortgang van het proces en een aantal van de aanwezigheden werd uitgenodigd om op 26 juni in Den Brielle te kijken, waar ze al een hele slag hebben gemaakt met de inrichting van de binnenstad. Er werd nog lang nagepraat en “wordt vervolgd”.
|